Suiker ofwel koolhydraten zijn de belangrijkste brandstof van ons lichaam. Eet je echter teveel koolhydraten dan gaat het lichaam ze opslaan als reservestof, voor een klein deel in de vorm van glycogeen (zie hieronder). De rest wordt opgeslagen als vet onder de huid of rondom organen. Soms worden koolhydraten ook nog gebruikt als bouwstof.
Hoe is suiker opgebouwd
Suikers zijn moleculen opgebouwd uit kleinere onderdelen.
We kunnen de koolhydraten onderverdelen in de volgende soorten;
- Monosachariden; de enkelvoudige suikers. Deze suikers zijn zo klein dat ze direct door de darmwand in het bloed kunnen worden opgenomen. Voorbeelden van enkelvoudige suikers zijn glucose en fructose. Ze komen bijvoorbeeld voor in druiven.
- Disachariden; dat zijn koolhydraten die opgebouwd zijn uit twee monosachariden. Het lichaam moet disachariden verteren tot monosachariden om ze te kunnen opnemen in het bloed. Voorbeelden van disachariden zijn maltose en lactose. Groenten en fruit bevatten met name disachariden.
- Polysachariden; koolhydraten opgebouwd uit duizenden enkelvoudige suikers. Voorbeelden hiervan zijn zetmeel en glycogeen. Glycogeen is een stof die het lichaam opslaat in spieren en de lever, als suikervoorraad voor het lichaam. Zetmeel is een plantaardige polysacharide. Ook polysachariden moeten eerst worden afgebroken tot monosachariden voordat ze in het bloed kunnen worden opgenomen. Aardappelen en peulvruchten zijn voorbeelden van voedingsmiddelen die zetmeel leveren.
Wil je weten waarom je niet teveel suikers moet eten? Lees dan hier verder.
